Je komt het met de World Cup overal tegen: het F-woord: fitheid. Iedereen wil het, maar je hebt het of je hebt het niet. Je werkt ervoor, hoopt erop, werkt er naartoe, probeert het zo maximaal mogelijk te optimaliseren, maar aan het eind van het liedje is het een simpel ja of nee. Je bent fit of je bent het niet. En half, of redelijk of alle gematigde versies voor topfit tellen eigenlijk niet. Nu met het WK kun je het goed zien bij de voetballers. Niet altijd meteen, maar sommige teams kunnen het hoge wedstrijd niveau nu eenmaal langer vasthouden dan anderen. En ja, dan ontstaat er meer ruimte op het veld, komen er meer kansen op doelpunten en wordt daarmee ook de kans dat je wint groter.
Runningindex
Naar aanleiding van mijn runs de afgelopen drie weken ben ik mijn eigen - niet bestaande - fitheid aan het evalueren. Door het vergelijken van de runningindex die door mijn hartslagmeter aan de run wordt toegekend kun je de voor- en achteruitgang meten.
Deze runningindex geeft aan hoe fit je bent en hoe effectief je met zuurstof omgaat. Bij de run in Milaan wist ik van tevoren dat mijn fitheid nogal te wensen liet en hoopte ik simpelweg op het voltooien van de race. Met een runningindex van 48 scoorde ik gemiddeld. In Amsterdam bleek mijn runningindex gedaald naar de 47. Bij het lokale wedstrijdje van afgelopen zaterdag zat mijn runningindex weer op de 48. Kortom: voor mij als recreatieve hardloper is het moeilijk om echt grip op mijn fitheid te krijgen. Ik weet dat als ik meer ga trainen ik fitter zal worden, maar ik krijg er niet de volle controle over. Toch motiveert (of misschien nog wel meer frustreert) het wel dat ik ook met een runningindex van 52 heb gelopen. En daar moet ik weer naartoe. Met of zonder gebruik van andere F-woorden tijdens de training ;).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten